Mijn oudste zoon, muziekliefhebber en tijdelijk minder-valide door een operatie, heeft momenteel af en toe mantelzorg-vervoer nodig. Laatst vroeg hij mij of ik met hem naar Driebergen wilde rijden om daar een flinke hoeveelheid cd’s op te halen bij een bekende van hem, die samen met zijn vrouw het huis flink aan het opruimen is. Hij had daar al aangekondigd dat ik werk als professional organizer.
Aangekomen bij het sympathieke stel raakte ik direct in een geanimeerd gesprek met de dame in huis. We kwamen al snel op het fenomeen minimalisme. Dat is toch wel iets anders dan ‘gewoon opruimen en wegdoen’. Als minimalist streef je ernaar om zo weinig mogelijk bezit te hebben. Dat geldt dan voor kleding, huisraad, vervoersmiddelen en alles wat een mens verder in zijn leven kan bezitten. In mijn idee is dat een leidend principe voor alles wat je doet als minimalist. (Ik moet het recente boek ‘Vaarwel spullen‘ van de Japanse minimalist Fumio Sasaki er maar eens op nalezen.)
Vermoedelijk start niemand zijn volwassen leeftijd als minimalist. In de meeste gevallen gaat daar een periode van geld verdienen, aankopen, verzamelen en dichtslibben aan vooraf. Er is een glijdende schaal van ergernis of ongenoegen of een ingrijpende ervaring of gebeurtenis voor nodig om anders naar bezit te gaan kijken. Veel mensen starten dan met opruimen, alleen of met hulp van anderen. En slechts een enkeling gaat daarin verder, gedreven door het minimalistische principe ‘hoe minder hoe beter’. Voor het proces van opruimen en wegdoen maakt dat vermoedelijk niet veel uit. Of je nou 90% van je bezit wegdoet, of slechts 10%, in beide gevallen neem je afscheid van materiële zaken. Dat is waar veel mensen moeite mee hebben. En dat is precies waar ik, als professional organizer, advies kan geven en praktische hulp kan bieden.