Opruimen (en wegdoen) heeft alles te maken met loslaten. Misschien moet ik daar nog een werkwoord aan toevoegen: durven of kunnen loslaten. Als het lukt, maak je de weg vrij om te ervaren wat het weldadige effect van loslaten is. Welke ruimte er ontstaat, niet alleen in je fysieke omgeving, maar ook in je hoofd, je agenda, je leven.
In mijn werk met klanten ben ik voortdurend bezig om ze te helpen loslaten. Om het te durven en te kunnen. Als je rouwt om het verlies van een dierbare lijkt het misschien dat alles aan elkaar vast zit. Dat spullen onlosmakelijk verbonden zijn met herinneringen en dat het dus moeilijk is om die spullen weg te doen. Dat hoeft niet zo te zijn. Met het wegdoen van spullen doe je de herinnering aan die persoon niet weg. Natuurlijk, die spullen geven je een verbinding met hem of haar. Maar heb je die nodig om die verbinding te blijven voelen?
Het is mooi om te zien wat het loslaten met mensen doet. Eerst zijn er vaak tranen. Dan komen de herinneringen, de verhalen. En nog iets later de opluchting. Of eigenlijk: de lucht, de ruimte. Het bevrijdende gevoel dat er spullen weg mogen of al weg zijn, zonder dat de dierbare herinneringen verdwijnen. Zonder dat de band met iemand doorgesneden wordt. Dat is toch prachtig?