Veel professional organizers gebruiken het cliché ‘Een opgeruimd huis, een opgeruimd hoofd’. En dat is niet voor niets want het klopt gewoon. Dat wist ik al (zie ook mijn blog van 29 oktober 2017), maar ik vind het erg leuk om het keer op keer ook weer ‘in het echt’ te zien gebeuren. Zoals een paar weken geleden, toen ik tijdens de kerstvakantie een week lang mijn man assisteerde met het grondig uitmesten en opruimen van zijn werkkamer. Wie weleens bij ons thuis komt, weet dat dit een flinke klus was.
We werkten hard en het was lang niet altijd eenvoudig. Mijn vakgenoten zullen bevestigen dat professioneel opruimen en organiseren met klanten iets heel anders is dan met geliefden of familie… Maar goed, we hebben het project met succes afgerond en blij en opgetogen verliet ik een ruime en opgeruimde werkkamer, nog vóór het nieuwe jaar was begonnen. Hij blij, ik blij.
En toen gebeurde het dus. Binnen de kortste keren was de opgeruimde werkkamer een soort ICT-zenuwcentrum met diverse ronkende laptops en pc’s. Op elke machine draaide een ander programma en manlief zat daartussen als stralend middelpunt. Allerlei ‘nerd-activiteiten’ waar hij in de loop van maanden of zelfs jaren over had nagedacht, kon hij, zomaar opeens, uitvoeren. De fysieke ruimte in zijn werkkamer had onmiddellijk gezorgd voor de figuurlijke ruimte in zijn hoofd om eraan te beginnen. Ik vond het mooi, al snapte ik weinig van de computer-abracadabra die hij uitvoerde. Maar ik zag dat het goed was, en het cliché waar!